DE PEDANT EN PIETJE SECUUR

Je kunt hem direct herkennen aan een paar uiterlijke kentekenen. Geen haartje zal het wagen uit het gepommadeerde spiegelvlak van zijn schedel omhoog te steken, de plooi van zijn pantalon heeft de scherpte van een scheermes en zijn das zit of ze gebeeldhouwd is uit graniet. Zijn hele persoonlijkheid is van een neerdrukkende correctheid. Vast en zeker valt zijn eerste blik op de ontbrekende knoop aan je mantel, of op de veiligheidsspeld die een losgetornd naadje moet verbergen. En als dat allemaal in orde is, dan zal hij toch, wees daar maar zeker van, iets anders vinden, en je onverbiddelijk daarop opmerkzaam maken.

Hij kan niet hebben dat alles om hem heen niet net zo glimt als zijn nagels. En is er geen aanleiding om op iemands uiterlijk kritiek uit te oefenen, dan vindt hij dat wel in een gezegde, waar hij zich aan vastklampt of zijn leven er van afhing. Een fractie van een seconde rekent hij je als te laat komen aan, een schaduw is reeds een vlek, een ontbrekende punt op de i bederft hem het genot zelfs van het meest geniale werk. Hij heeft gezworen bij netheid en hangt aan het bijgeloof der parate kennis; hij weet geen onderscheid tussen het wezenlijke en bijkomstige. Daar hij als het ware altijd door een microscoop kijkt, leven voor hem in het water bacteriƫn zo groot als olifanten. Hij gelooft aan de onmisbaarheid van details, en een afwijken van de vaste normen is voor hem zoiets als de ondergang der wereld.

Hij is de wanhoop van zijn omgeving, want ze weten allemaal van te voren dat hij iedere nieuwe levensuiting onmiddelijk "rechtzetten" zal. Wanneer een der gasten opstaat, zal Pietje secuur de lege stoel direct weer op zijn plaats zetten, dat doet hij ook met de bloemen die je hebt bekeken, en als je hem goeden dag zegt, zal hij je er op wijzen dat het al avond is. Alles wat spontaan is verdort om hem heen. Niet voor niets is zijn stopwoord "pijnlijk nauwkeurig" het woord pijn blijven staan. De pedant is werkelijk 'n pijn voor de vrouw, die nu eenmaal van nature niet tot overdreven orde geneigd is. ("Uberhaupt niet tot orde" merkte Adam hier op). Eigenlijk moest de pedant voor straf met de huissloof trouwen, dan konden ze tot hun dood toe elkaar vervelen.

En de volgende: De brombeer

Appel