DE DOMME GANS

De gans is een sympathieke vogel, door de mensen miskend en doorlopend beledigd. De echte gans is ook in ongebraden toestand heus wel te genieten, niet bijzonder bevallig wanneer ze zich op het droge beweegt, maar in het water buitengewoon decoratief. Veel dichters en schilders die een zwaan voor model moesten hebben, namen een gans. Alles wat ze bezit geeft ze de mens. Ze is een nuttig opofferend schepsel, ik snap werkelijk niet waarom men een absoluut onuitstaanbaar soort mensen met haar naam gedoopt heeft. Gelukkig zetten de mensen, om een onderscheid te maken, het woordje "dom" er voor.

De domme gans is dus eigenlijk geen gans, en dom is ze over 't algemeen ook niet. Ze lijdt alleen aan een ziekelijke vergroting van haar zelfbewustzijn, zoals degene die haar een naam gaf aan een vergroting van de lever. Zo lang de domme gans nog een gansje is, met korte rokken, magere armen en rode handen, is het nog wel een aardig geval. Het gansje loopt te zwikken op haar eerste hoge hakken, wiegt met haar heupen, gebruikt pathetische woorden en begint, zo gauw een mannelijk wezen in de buurt komt, met haar vriendin te fluisteren, te giechelen en week te doen. Wordt een jonge man aan haar voorgesteld, dan bootst ze bedriegelijk het genadige knikje en de omfloerste blik van haar liefste filmster na, en voelt zich het gewichtigste persoontje van het hele gezelschap. Haar oordeel over mensen en dingen staat vast. Ze vindt dat haar leraren haar als dame het eerst moeten groeten. Goethe en Schiller heeft ze al achter de rug, en ze droomt zichzelf in de rol van Egeria an de perette-tenor. Het kan echter ook die van de jeugdige minnaar zijn. In ieder geval kun je haar bij iedere première vinden, en vast en zeker na de voorstelling aan de artiestenuitgang, gewapend met een handtekeningenboek, bloemen en verdraaide ogen.

Dat is nog wel leuk. Maar helaas groeit mettertijd uit het gansje een volwassen gans, en dat is minder grappig. Kijk ze daar eens lopen, in een bijna zichtbaar wolkje van wierook, met haar neus in de wind, de neusvleugels gespannen, terwijl haar woorden als kostbare paarlen op de menigte neervallen, en zij, met een eigendunkelijk glimlachje, op het bewonderend gemompel wacht van de verbaasde omgeving. Ze leeft helemaal in een ingebeelde wereld, en verdedigt die met een heldhaftige ijdelheid. Lachend stikt ze 's zomers in haar bontjas, even lachend bevriest ze 's winters in badcostuums. Een voor een laat zij zich vrijwillig de haren uittrekken, - haar zuster, de echte gans, geeft haar veren slechts onvrijwillig af.

Heeft de gans eenmaal haar passende ganzerik gevonden, dan "hebben weldra de Heer en Mevrouw Snob de eer..." De nieuwste dwaasheden, de laatste humbug, de meest vage modeslagwoorden worden opgediend en ernstig en waardig geslikt. Mevrouw Snob lijdt alleen aan modekwalen, doet mode-kuren, baadt in Biarritz of Trouville, en kent de winter alleen vanuit St. Moritz. Haar auto heeft dezelfde lijn en kleur als haar toilet, haar mormelachtig hondje eveneens. Ze is ook wel een beetje pervers, Mevrouw Gans, als dat toevallig voor voornaam doorgaat. Ze schrikt er evenmin voor terug om Cocaïne te nemen als Mohammedaanse te worden, en zet ook zonder nagedachte haar leven op het spel, wanneer een vliegtocht om de wereld als chic geldt.

Er zijn plechtige geleerds- en deugdganzen, blasé amusements-ganzen, protsige rijkdom- en succesganzen, er zijn zelfs ontroerende ganzen, die nog op hoge leeftijd "gansje" willen zijn. Al mijn ganzen hebben één ding gemeen: ze verdedigen dapper het kapitool van de menselijke domheid.

Hierop volgt: de reactie van Eva.

Appel