DE JALOERSE

De jaloerse vrouw is helaas geen zeldzaamheid, en verbergt zich onder allerlei gedaanten. Ze heeft niet de brutaliteit van de man, die eenvoudig grijpt wat hij begeert. Dikwijls wil ze het helemaal niet voor zichzelf hebben, wat ze met alle macht van een ander tracht weg te nemen. Ze lijdt onder de lof die een ander wordt toegezwaaid, ook al kent ze die helemaal niet, en stelt zich terstond te weer. Ze verdraagt het eenvoudig niet, dat men iets anders prijst, ook niet als het streken of landschappen zijn. Het is mogelijk, dat ze van man en kinderen houdt, en zichzelf tot het uiterste voor hen opoffert; toch zal ze hun hun geluk niet gunnen, zelfs niet dàt geluk, waarvan ze zelf de oorzaak is. Om maar niet te spreken van de pretjes waaraan ze zelf géén deel heeft. Ze verveelt zich liever dood dan haar man eens het genoegen te laten zich alleen te vermaken.

Als ze oud wordt kent ze geen mildheid of toegevendheid. De jeugd die ze zelf niet heeft, gunt ze ook aan anderen niet, en haar strengheid van zeden komt voort uit leedvermaak. Ze is zowaar jaloers op narigheid, en gunt anderen ook geen verdriet, omdat verdriet in elk geval belangstelling wekt. Ze verdraagt zelfs niet dat men anderen medelijden en deelneming betoont, in de mening dat men haar dan wil afnemen, wat haar toekomt.

En de volgende: de sentimentele

Appel