DE SLODDERVOS

Of je nu 's middags of 's avonds bij haar binnen wilt lopen, je kunt je de moeite van het aankloppen besparen. Ze is toch nooit "gekleed". Het zou ook verkeerd zijn, excuses aan te bieden omdat je haar stoort, want ze weet absoluut niet dat er iets aan haar uiterlijk mankeert. Haar pantoffels zijn inderdaad niet waterdicht, maar binnen regent het immers toch niet. Haar blouse is scheef dichtgeknoopt en haar rok zit vol kreukels. Haar haren zijn vet of dansen voor haar ogen, maar omdat ze vanavond toch in geen geval uitgaat, vindt ze 't overbodig ze nog eens extra op te kammen. Ze heeft altijd palingen in haar kousen, en als ze een enkele keer het gevoel heeft dat de aanblik ervan minder aangenaam zou kunnen zijn voor de bezoeker, weet ze zich met veiligheidsspelden of veters te behelpen.

Haar houding is in overeenstemming met haar kleren. Ze zit nooit gewoon, maar òfwel met hoog opgetrokken knieën, òf ze hangt als een zoutzak in elkaar. Ze vind het niet nodig een zin behoorlijk te beëindigen, het "ongeveer" is haar voldoende om zich verstaanbaar te maken. Ze mag een vlijtige huisvrouw, een goede kookster, een handige naaister zijn, maar haar kundigheden die alle nauwgezetheid missen, oogsten weinig succes. Na gedane arbeid zit ze lusteloos tegenover haar heer en meester; ergert zich dat hij tussen zichzelf en haar een muur opricht van een geheel uitgevouwen krant; tobt, met haar kapotte ellebogen op tafel, over het "waarom"; en huilt als niemand het ziet, in haar vuile short.

En de volgende: de moderne blauwkous

Appel