DE DOOR EVA VERGETEN WEGEN NAAR KRACHT EN SCHOONHEID

Zijn er zulke vergeten wegen? Hebben we van de natuur niet alles afgedwongen, wat men mogelijkerwijs maar van haar kan loskrijgen? Ze heeft toch alles uit haar geheimzinnige werkplaats moeten prijsgeven. Wij hebben haar raadselen opgelost en haar dreigende toverwoorden. Ziekte, mismaaktheid, lelijkheid, zwakte, ouderdom, zelfs de dood hebben we een geweldige poets gebakken. De wegen naar kracht en schoonheid zijn ontdekt, wij hebben geen nieuwe meer nodig. Het zal niet lang meer duren, of onze tijd zal de mooiste tijden van Griekenland in de schaduw stellen. Wij zijn heer en meester over onze lichamen en kunnen die elke gewenste gestalte geven. Er behoort wat geld toe en wat tijd, maar de middelen en de methoden zijn aan alle beurzen aangepast. Je krijgt schoonheid geleverd in vaste en vloeibare vorm. Om zo maar te zeggen à la carte, voor iedere smaak, voor alle omstandigheden. Bijna voor iedere zielstoestand.

En kracht? Wat was dat toch voor een zwakkeling, die Marathon-loper, die stierf na zo'n beetje lopen, als je dat vergelijkt met de moderne dansrecords of de prestaties van kanaalzwemmers? Wat waren de omzwervingen van Odysseus vergeleken met de veroveraars der poolstreken en de beklimmers van de Mount Everest, of ook naar de prestaties van onze vrouwelijke ski-kampioenen? Wij hebben geen reden meer de Grieken te benijden, lichamelijke prestaties zijn overtroffen.

Maar er is iets, wat wij missen, jij vooral Eva, iets wat je grootmoeder nog bezat en haar mooier en begerenswaardiger liet schijnen dan jij bent. Iets ontbreekt de moderne vrouw, wat haar overgrootmoeder in hoge mate bezat, wat dichters en beeldhouwers steeds weer tot nieuwe meesterwerken inspireerde, en de liefde boven het al-te-menselijke verhief. Zij bezat iets, wat nog schoner is dan schoonheid en de man nog meer aantrekt. Dat is de magische kracht, die men met een vreemd woord charme noemt. Dit fijne tere woord, waard om in de woordenlijst van iedere taal te worden opgenomen, is heden uit de mode geraakt. Een andere brutale uitdrukking heeft het verdrongen: Sex appeal. Waar echter de fijne aantrekkingskracht van geest en ziel nog te vinden is, daar zegeviert ze ook heden nog over het dierlijke van de die andere. Charme is onlichamelijk, zij is de uitstraling van de vrouwelijke ziel, ze is warmte en beminnelijkheid gepaard met bevalligheid.

Een goedgevormde mond is mooi, maar charme heeft alleen de fijne glimlach; mooi kunnen een paar ogen zijn, maar charme heeft alleen een blik vol uitdrukking; ook een welluidende stem kan mooi zijn, maar alleen haar zachtheid heeft charme. Schoonheid is de volmaaktheid van de vorm, charme maakt uit een zwakheid een kracht, uit een fout iets aantrekkelijks; charme is bevalligheid van de ziel.

Er is nog een schoonheid verloren gegaan: de lichamelijke bevalligheid, die men tegenwoordig even zelden bij vrouwen vindt als mooie armen, mooie handen en slanke vingers. Het klinkt misschien paradoxaal, maar het is desalniettemin waar, dat al die overdreven lichaamscultuur de vrouwelijke bevalligheid langzaam maar zeker doet verdwijnen. Men zegge nu niet: ze maakt alleen maar plaats voor een ander soort van bevallgheid. Je kunt die stramme, mannelijke beweging, zijn doelbewustheid en energieke kracht noemen wat je wilt, maar bevalligheid is het niet. De correctheid van een salueerende militair, de overmoedige durf van een duellerende student zijn eigenschappen op zich, vrouwelijke bevalligheid is echter wat anders. Bevalligheid is beweging geleid door takt, geen beredeneerde doelmatigheid. Zij is een natuurlijke, harmonische, zich aanpassen der gebaren aan ruimte, stemming en woord.

Zij is meer dan het ritme der beweging, ze is haar melodie. Bijna iedere vrouw heeft een aangeboren bevalligheid, het is een gave, die men kan verzorgen, die men echter maar moeilijk kunstmatig kan kweken; zij is een lichamelijke intuitie, die bij de intellectuele vrouw dikwijls verloren gaat, en bij de primitieve wezens dikwijls in de hoogste graad voorhanden is. Vergelijk maar eens de ongedwongen, losse gratie in de dans van een Italiaanse of Spaanse vrouw uit het volk, of zelfs maar van de boerinnen in de oude volksdansen van Midden-Europa, met de moeizame stijfheid en krampachtige acrobatie van een mondaine schoonheid op onze danstournooien. Deze bevalligheid hebben wij verloren, en het is de hoogste tijd, daar weer eens aan te denken, want ze vermag de man meer te boeien dan al onze schoonheidsmiddelen. Wellicht door het oorspronkelijke en natuurlijke, door het echt vrouwelijke, dat ze verraadt.

Een beetje bevalligheid kan ieder vrouw bewaren, want iedere vrouw die maar een beetje recht van lijf en leden is, heeft de mogelijkheid tot haar eigen gratie. Een klein, mollig vrouwtje zal een heel ander soort bevalligheid bezitten dan een lange, slanke. Maar beide kunnen bevallig zijn in houding en gang, in haar spreken, in haar hele leven. Wat voor nut heeft dan al die sport, wanneer onze schone, zo gauw ze gaat zitten, haar lichaam in elkaar laat zakken als een mislukte tulband, en haar beroemd mooie benen als een kurketrekker om elkaar slingert? Wat voor nut hebben al die esthetisch-ritmische oefeningen, wanneer onze meisjes niet beleefd kunnen groeten en niet zonder graaiend-onhandige bewegingen thee kunnen inschenken en ze een gast aanbieden? Wat voor doel hebben al die schoonheidsmiddelen, crèmes en zalfjes, wanneer het gezicht onder dat masker zo hard is, en ach, zo weinig ziel verraadt !

De moderne vrouw kent geen rust. Ik bedoel niet alleen die rust, die gegeven wordt door het gevoel geborgen te zijn in een heel grootse gedachte, in een eeuwige waarheid, in het geloof en in de liefde; maar heel doodeenvoudig de ontspanning. Er zijn vrouwen die zelfs bij het koken de radio nog aanzetten, en zo mogelijk de luidspreker mee naar bed te nemen. Anderen, die iedere vrij minuut vullen met doelloze bedrijvigheid, alleen om niet tot zichzelf te hoeven komen. Als onze vrouwen konden leren om, zodra het maar voor de helft mogelijk is, eens volkomen niets te doen en in zichzelf te keren, dan zouden zij een bron van kracht hebben gevonden, waaraan zij op het ogenblik nog niet denken. Het urenlang liggen roosteren in het zonnebad is geen rusten, evenmin als het luieren op een divan met lektuur en radio, en het flirten is helemaal geen rusten.

Vergeten is als bron van kracht en schoonheid de terughoudendheid van de vrouw in het openbaar. Nooit is de vrouw zo sterk als wanneer zij zelf aan haar ongenaakbaarheid gelooft. Hoe zeldzamer haar schoonheid op de markt gebracht wordt, hoe meer zij in waarde stijgt. De man is die tentoonstelling van al dat vrouwenschoon moe, hij heeft genoeg van al die te rode, al te gemakkelijk verkrijgbare rozen zonder doornen en zonder dauw. Hij gaat ze voorbij, en waagt liever zijn leven om op onbegaanbare rotsen een edelweisz te plukken. Eva - zoiets moet je te denken geven.

Nog een kleinigheid, - nog een vergeten schoonheid: een beschaafde stem en een verzorgde manier van optreden. Je hoeft daarom nog niet te leren zingen. Lieve Eva, maar ontdoe je van dat harde, luide, uitdagende in je stem en je optreden. Een zachte, warme, modulerende stem heeft een aantrekkelijkheid zonder gelijke, en is een weldaad voor de zenuwen. Met een beetje goede wil kan iedere vrouw aan haar stem dat harde en schrille ontnemen, zoals ook iedere vrouw haar plaats in het openbaar kan handhaven, zonder juist ruw, krachtig en opvallend te doen. En als haar dat niet lukt, dan kan ze beter overwegen, liever van alle openbaar optreden af te zien, want één ding is zeker: die openbaarheid is geen bron van kracht en schoonheid voor de vrouw.

Verder met "Emancipatie".

Appel