DE LOMPERD

Nu kun je, vriend Adam, gevoeglijk naar jezelf kijken. Misschien kun je er niet veel aan doen, maar je aangeboren brutaliteit is een der voornaamste oorzaken van ons wederzijds misverstaan. Je baant je met je ellebogen een weg door het leven, en je bent gewoon opzij te duwen wat je in de weg staat. Je meent het niet altijd zo kwaad, maar de buil van de ander doet daarom niet minder pijn.

Beste Adam, geloof me, jullie zijn bijna zonder uitzondering lomp. Laten we het er ook niet over hebben dat je in de tram blijft zitten, ook als er een oud moedertje vlak voor je moet staan. Laten we 't niet hebben over je houding in overvolle treinen en stampvolle tribunes, Dat zou ons te lang ophouden. We zullen bij je thuis blijven. Bij kleinigheden, als je dat wilt. Je komt bijvoorbeeld midden in de nacht thuis, en vindt het dan nodig de hele familie uit haar slaap te halen, omdat je je sigarenaansteker niet kunt vinden. Je bent de man die het hele huishouden op je laat wachten, voor je belieft aan tafel te komen. Je verlangt dat ieder werk ogenblikkelijk in de steek wordt gelaten, zo gauw je het in je hoofd krijgt om uit te gaan.

Je bent in staat om je vrouw midden in een vreemde stad rustig te laten staan: ze moet ook alleen de weg kunnen vinden. In nood laat je op hulp wachten, en je eigen genoegen is je enige maatstaf. Je ziet gewoon niet dat je vrouw zo moe is dat ze niet meer voort kan, je legt er altijd nog een last bij op. Alles wat de mensen voor je doen is nog te weinig; je kunt nooit "dank je" zeggen.

Je bent de man van de onbedachte woorden die zo diep kunnen kwetsen, de man die zelfs aan een ziekbed zijn ergernissen en wrevel de vrije loop laat. Je bent de beer die met zijn zware poten trapt in dat wondere weefsel van vrouwelijke gevoelens, tot niets meer durft te bloeien. En je kinderen gedijen evenmin, omdat je niet wilt weten dat het kinderen zijn, en je hen van de eerste dag af gedwongen hebt gelijke tred met jou te houden, in leren, in eten, bij 't lopen. Ze draven achter je aan, nerveus, oververmoeid, vroegwijs, en, zoals je voldaan vaststelt: nu al werkend met hun ellebogen.

En de volgende: geen pantoffelheld

Appel