DE PLECHTIGAARD

Sommige mannen gaan zo plechtstatig door het leven, alsof ze achter hun eigen doodskist aanliepen. Ze zijn heus niet, net als andere mensen, naakt ter wereld gekomen, maar in rok en hoge hoed. Hun eerste kreet was al een woord, donker van pathos en noodlotsbezwering, als de orakels van de zieneres Cassandra. En dan wordt 't leven verder gecelebreerd. De al te plechtige loopt niet, hij schrijdt; hij praat en keuvelt niet, hij doceert; zelfs in zijn slaap bewaart hij een waardige houding en snurkt voorbeeldig. Hij kent geen ontspanning, geen humor, geen scherts, geen spel, dat woord alleen al is hem een belediging. En moet hij er persé aan meedoen, dan is hij er alleen toe te krijgen, als hij er een ernstige achtergrond aan kan geven, of er een opvoedkundige betekenis in kan zien. Voor hem en zijn omgeving is het leven een meedogenloze tiran, die men tot het laatste ogenblik moet dienen. En dan wel met alle chicanes van een bureaucratisch geweten.

Voor hem is alles van hetzelfde loodzware gewicht, of het nu gaat over de plicht om zijn kinderen te onderhouden, of bij een bezoek handschoenen aan te trekken. Leven, dood en haarknippen zijn problemen van dezelfde waarde. Zolang de wereld bestaat hebben de zwaarwichtigen hun druk gelegd op alles wat vrolijk, licht en mooi is. Tegenover het blijde inzicht stellen ze hun droge schoolmeesterwijsheid. De plechtigaard maakt de school des levens tot een hel, een gevangenis, en slingert ieder greintje levenslust zijn banvloek tegen. De arme plechtstatige man kent maar twee woorden, die als toverspreuken hem alle verschillende levensschatten moeten ontsluiten: "ernstig" en "degelijk".

Als hij dan eindelijk een ernstige en degelijke vrouw heeft gevonden, dan heeft hij weliswaar het probleem van het huwelijk nog niet opgelost - zonder problemen en complicaties kan hij nu eenmaal niet leven - maar hij heeft dan tenminste een slachtoffer gevonden, dat hij van dag tot dag tot aan haar dood het laatste restje van lach en scherts en jeugd kan afleren. Want zulke dingen zijn tenslotte maar kinderspel en beuzelarij, en daar ze aan het leven het uiterlijk van een begrafenis zouden kunnen ontnemen, moet hij ze ten strengste verbieden. Leek het leven bij hem tenminste nog op een eenvoudige dorpsbegrafenis, dan zou je nog op een begrafenismaal kunnen rekenen, maar zo... nee, de plechtstatige is alleen een type voor een "pompe funèbre".

En de volgende: de opschepper

Appel